19/07/2021: BD reportage in Het Laatste Nieuws
Het Laatste nieuws, 19/07/2021
Auteur: Annick Grobben
De grote heropening van Truiense parenclub Bornedries:
“Allez, kan een mens nog niet meer op het gemak een triootje doen?”
Wat gebeurt er wanneer een parenclub na een half jaar opnieuw de deuren openzwaait? Dat gebeurde in de Truiense swingersclub Bornedries. En zélfs in een corona light-versie.
Redelijk bizar, de locatie van één van ‘s lands grootste parenclubs waar op een weekendavond in onverdachte tijden toch makkelijk 300 swingers over de vloer komen. Bornedries, aan de buitenkant een soort hoeve, ligt namelijk in een woonwijk die zelfs voor grazende koeien nog te rustig is. Tussen vrijstaande huizen met allerkeurigste voortuintjes. Het moet wel matchen, want de club ligt hier al 29 jaar en is daarmee ook de langst bestaande swingers-boîte van België.
Van de om en bij de 25 parenclubs die Vlaanderen rijk is, was Bornedries de enige die tussen de twee lockdowns door open bleef, maar dan wel in een zéér afgezwakte versie: zonder de pret van de discotheek en de (seks)cinema op zolder. “En met veel aanpassingen zoals het opmeten van de temperatuur bij de klanten wanneer ze binnen kwamen en verplichte looprichtingen”, zegt uitbater Luc Janssen net voordat hij zijn club voor het eerst in zes maanden weer opengooit. “Ik heb hier zoals je kan zien een enorm groot buitenterras met ligweide en zwembad. En er is geen enkel ministrieel besluit dat zegt dat mensen met hun kleren ààn op een terras moeten zitten, hé.”
Corona-light swingen
Ook voor de grote heropening op deze superzonnige 11e juni volgt Janssen rigoureus de coronamaatregelen die gelden voor de horeca. “Zolang discotheken dicht moeten blijven, kan er dus ook hier niet worden gedanst”, zegt de ‘Godfather van de Libertinage’, een bijnaam die hij dankt aan het feit dat hij in de jaren ‘70 al zijn eerste parenclub runde en het swingen - partnerruil - in België op de kaart zette. “En omdat we al om half twaalf moeten sluiten, doe ik dadelijk om twee in plaats van om acht uur open.” (Deze reportage werd genoteerd voordat het sluitingsuur op 01.00 toegelaten werd.)
Dat Bornedries natuurlijk geen café is in de strikte zin van het woord: hoe denkt hij partnerruil te laten rijmen met de afstandsregels? Janssen rolt met de ogen. “Het gaat in een parenclub wel om méér dan gewaagde, publieke seks. Het gaat ook om: kijken en bekeken worden. En voor wie toch per se wil swingen, zeg ik dit: mensen die met hun bubbel rond een terrastafel mogen zitten, mogen van mijn part ook met diezelfde bubbel gaan kameren. Wel heb ik beslist om maar 8 van mijn 24 darkrooms open te doen, zo ga ik het in de hand kunnen houden. Dat heet dan: corona-light swingen.”
En verder wil je niet weten wat ik hier allemaal van ontsmettingsgels heb gekocht om de hele santeboetiek - op elke hoek, in elke kamer, overal - zo veilig mogelijk te houden. En mondkapjes zijn verplicht in de gangen en op alle andere plaatsen binnen, én van zodra je rondloopt in plaats van zit.”
Het is bijna zover, Janssen gaat eigenhandig aan de receptie staan om zijn klanten na al die tijd persoonlijk welkom te heten.
Mannen alleen
“’Les hommes seuls, ça peut venir ou quoi?’ Hoeveel keer ik dié vraag vandaag en ook de voorbije dagen al aan de telefoon heb gehoord, het is niet bij te houden”, haast hij zich nog, hoofdschuddend, te zeggen. “En als ze zo beginnen, mogen ze weg blijven. Dat slag weiger ik, heel kordaat. Mannen alleen zijn toegelaten, maar: dan wel met mate en als ik aanvoel dat ze oké zijn.”
Nog voor Bornedries een uur open is, zijn al meer dan honderd goedgemutste swingers de kassa gepasseerd en is het buiten bij momenten zelfs aanschuiven geblazen. Onder een zon die genadeloos 27 graden afgeeft. Het ontlokt één van de wachtenden, gehuld in een geweldig foute roze broek met legerprints, de uitspraak: “Pfft, on va devenir un Chokotoff ici au soleil.” Eén blik op het megagrote terras rond het zwembad, waar zo goed als volledig naakte swingers op ligzetels liggen te zonnen of van hun cocktails nippen in hippe kuipstoelen, en je weet het wel zeker: dit is het heetgeblakerde naaktdorp van Cap d’Agde aan de Côte d’Azur, maar dan in het klein. Een mini-Cap d’Agde in het land van CD&V-burgemeester Veerle Heeren. Zo op het eerste gezicht zit iedereen hier netjes in bubbels bijeen. Maar de dag is nog jong en de vraag is of dat ook zo zal blijven.
Bevrijd
Als een bloem die na een veel te lange periode weer water heeft gekregen: zo zit Pia er hier - monokini - bij. Helemaal opgefleurd en al, dus. Ook haar man, met wie ze al 35 jaar is getrouwd en die zich voor de gelegenheid heeft gehesen in een broek die precies van doorschijnend gordijnstof is gemaakt, waant zich als een kind zo blij. “Wat wil je? Hier hebben wij zes maanden op zitten te wachten”, lacht Jack, die voor een bank werkt, zijn parelwitte tanden bloot. “Zes màànden. Pia en ik zijn al 24 jaar overtuigde swingers, elke week vond je ons minstens twee weekend-avonden in een club en meestal was dat Bornedries. Als je éénmaal in die wereld bent gestapt, kan je niet meer zonder. We zijn absoluut geen thuis-swingers, dus we hebben het voorbije half jaar echt de muren opgelopen. Nogal wiedes dat wij er hier vandaag wilden bij zijn. Ik voel mij letterlijk... bevrijd nu dit weer kan.”
“Kijk eens naar die sfeer”, tatert Jack verder, terwijl hij zijn ogen een bocht van 180° laat maken over een gazon vol uitgelaten schepsels die zichtbaar het grootste plezier lijken te hebben. “Dat is toch precies vakantie hier! Frankrijk! En je kan verdorie nog seks hebben ook. Waarom zou ik nu in godsnaam op een terras onder de kerktoren van Sint-Truiden gaan zitten? En jij vraagt of het een hete zomer wordt? Man, het gaat ontploffen. Het ontploft nu al, zoals je kan zien. De meeste mensen zijn intussen gevaccineerd: wat houdt er ons nog tegen? Nog geen seconde heb ik hier aan corona gedacht.”
“Eindelijk is het leven terug normaal”, glundert Pia die hier overigens bijzonder veel aantrek heeft. “Oh, wat heb ik dit soort spanning gemist. Veel te lang. Ik ben echt dolgelukkig. Ik mag dan al wel 58 zijn, belachelijk oud in feite, maar op een plek als deze voel ik mij precies weer veertig. Ik krijg opnieuw aandacht van mannen - van jong tot oud - en het is net dat waarnaar ik zo heb gehunkerd. Tuurlijk, ik krijg thuis ook aandacht van Jack. Maar dat ook andere mannen je leuk vinden, dat is... gewoon zalig.”
Mondkapje in de darkroom
En denk maar niet dat Pia met “aandacht” een lieflijke knipoog bedoelt. “Nee, tuurlijk heb ik het dan over seks”, zegt ze, bloedserieus. “We zijn hier nog maar een paar uur en ik heb in de darkrooms al één keer seks gehad. Met alles erop en eraan, net zoals in een pornofilm. Dat vind ik het summum.” Dat ze dan haar bubbel van twee toch ook wel heel rap heeft opgeblazen. Waarop Jack overneemt en zegt: “Jij bent precies wel erg burgerlijk gehoorzaam, niet? Pia en ik zijn allebei ingeënt en zij heeft ook al corona gehad, dus zo heel veel risico is er niet meer.” Pia: “Eerlijk? Die mannen hadden in de darkroom netjes hun mondkapje op. Ik droeg het mijne daar aanvankelijk ook nog. Maar ik heb het tijdens de actie uit gedaan. Al zoen ik dan geen vreemde mannen, mét een mondkapje kan ik onmogelijk opwindende seks hebben als je snapt wat ik bedoel.”
Op haar rug staat “volg je hart” in het Latijn getatoeëerd (“sequere animum tuum”), maar hier volgt Pia, die in het dagelijkse leven instaat voor de financiële administratie van een groot bedrijf, simpelweg de lust. En Jack? Die volgt zijn vrouw. “Het is een misverstand dat swingers alleen maar uit zijn op seks”, verklaart hij zich nader. “Ik ben, zelfs niet in mijn eerste swingersjaren, nooit echt geïnteresseerd geweest in de daad op zich met andere vrouwen. Af en toe liet ik er mij wel toe verleiden, maar het volstond om te jagen en te kussen. Gaandeweg heb ik vastgesteld dat zelfs dàt niet meer hoeft voor mij. Ik vind dan ook maar zelden een vrouw echt leuk. Omdat ik al de beste heb, natuurlijk. Er is geen vrouw met wie ik liever vrij dan met Pia. Eigenlijk ben ik een adept van cuckolding (een term uit de tijd van Shakespeare, die verwijst naar een relatievorm waarbij de vrouw seksuele vrijheden heeft die haar man niet heeft en die hij opwindend vindt, red.). Ik vind het lekker om toe te kijken hoe Pia met andere mannen vrijt. Ik weet nog dat Pia in het begin zo jaloers was als ik met een andere vrouw lag te friemelen dat ze die vrouw letterlijk van mij af trok en we daar dan de grootste ruzie over hadden. Die jaloezie heb ik nooit gehad. Integendeel.”
Zegt Pia: “Het leukste is dat Jack en ik morgen de beste seks thuis gaan hebben. Want dan wil hij tijdens het vrijen weten hoe het vandaag met die andere mannen was - ook al heeft hij er dan op staan toe te kijken - en dan vertel ik dat en dat is... extra stomend.”
Want laat dit wel geweten zijn: Pia en Jack zijn dol op elkaar. Het is ook altijd: samen uit, samen thuis. “Geen sprake van dat wij buiten elkaars gezichtsveld met een ander rollebollen”, zegt Jack. “Ik zal nooit de dag vergeten waarop Pia en ik hier voor het eerst waren: op 31 augustus 1997, dag waarop Lady Di is verongelukt. We hoorden het nieuws in de auto op de radio, op weg van hier naar huis. Een paar weken voordien had ik tegen Pia gezegd: ‘Als er niet wat meer spanning in onze relatie komt, garandeer ik niet dat we bij elkaar blijven.’ We waren toen tien, elf jaar samen, ons zoontje was vijf en de sleur zat er goed in. Pia schrok zich een ongeluk. ‘No way!’, riep ze uit. Maar ik hield voet bij stuk om dat swingen eens uit te proberen. En zie ons hier nu zitten. Nog altijd bij elkaar en nog altijd dolgelukkig samen.”
Pia beaamt met een vette knipoog. “Je wil niet weten hoeveel mannen wij alleen al in ons eigen dorp kennen, die stiekem vreemdgaan. We zijn daar op een terras zelfs eens iemand tegengekomen met wie ik hier van bil was gegaan en die man had zijn vriendin mee op dat terras en zij wist van niks. Nee, dan ben ik er trots op dat Jack en ik samen vreemdgaan en eerlijk zijn met elkaar.”
Tranen in de ogen
Al luidt ze stilaan de avond in, de zon blijft gas geven over het speelterrein dat Bornedries heet. Shakira schalt zwoel door de boxen, sommige bubbels rond de terrastafels lijken niet meer echt op wat ze een paar uur geleden nog zijn geweest. Drank stroomt rijkelijk, lachsalvo’s verraden onbezonnen plezier. In het zwembad durft er al eens eentje iets verder te gaan dan wat onschuldig geflirt met zijn zeemeermin van het moment. “Iedereen wil los, loos”, lacht de Antwerpse Anne (49), slank als een den en met alleen een - ingewikkeld ogend - lederen soort corset om de lenden. Ze is hier met haar man en een bevriend koppel en ze is hier vooral “om eindelijk weer eens een gevoel van vrijheid” te ervaren.
“Hier voor het eerst sinds lang nog eens met zo veel mensen samen zijn en al die mensen zonder mondmasker te zien zitten: wat een zaligheid! Dat was al precies uit mijn geheugen gewist, dat dit bestaan heeft en bestaat. Nee, ik schrik er helemaal niet van dat hier zo’n dartele feestsfeer hangt. Ik had niet anders verwacht. De mensen hebben hun emoties zolang moeten onderdrukken dat ze al bij het minste blèten. Ik krijg tegenwoordig al tranen in mijn ogen bij een voetbalmatch en dat had ik vroeger nooit. Al die opgekropte emoties: die moeten er uit, hé. Ik voorspel dus niet alleen een vurige zomer, ik voorspel een vurig najaar. Mensen gaan willen feesten en feesten. De goesting om eindelijk weer terug voluit te leven, is zo groot dat mensen gewoon op scherp staan. Zie, het is hier nu al bezig.”
Dat bevestigt ook een andere klant van de zaak: “En dat zie je trouwens niet alleen hier. Mijn broer is vorige week, zoals elk jaar, met zijn collega’s de Lesse gaan afvaren. Hij vertelde mij dat hij daar iets had meegemaakt wat hij in al die jaren nog nooit was tegengekomen. Ze kruisten bootjes met jonge meisjes uit West-Vlaanderen en die waren zo uitgelaten dat ze ineens gewoon allemaal hun T-shirts omhoog trokken en keihard zaten te roepen: ‘Hallo! Willen jullie onze tieten zien?!!’ Mijn broer zei: ‘Het was precies alsof de flower power terug was!’ En geloof het of niet, maar Conny en ik stonden zo hard te popelen om hier vandaag te kunnen zijn, dat we er zelfs speciaal verlof voor hebben genomen. We stonden hier als allereersten aan de deur.”
Eén grote familie
Dat heet: schade inhalen. En daar zijn ook Kris Vanlooy (40) en zijn vrouw Daisy Verbiest (39) uit Leuven hier volop mee bezig. “Ik heb dit gemist vanaf de dag dat ze de boel sloten”, zegt Daisy, logistiek bediende in een transportbedrijf en al 17 jaar getrouwd met Kris. “En dan moet je weten dat wij nog maar een jaar aan het swingen waren voor corona uitbrak. Maar swingen, is ons leven geworden. Wij zaten hier ‘s vrijdags, ‘s zaterdags en als het kon ook ‘s zondags. En ik heb nog niet zozeer het vrijen met anderen gemist, want het gebeurt vaak dat Kris en ik gewoon als man en vrouw naar een kamer gaan en dat we het al erotisch genoeg vinden om door anderen vanachter glas te worden bekeken. Wat ik vooral heb gemist, is die gemoedelijke, amicale sfeer die hier hangt. Dit is precies één grote familie hier. Iedereen is vriendelijk, iedereen - jong, oud, dik, dun - wordt in zijn of haar waarde gelaten.”
Zegt Kris, zelfstandig elektricien: “Ik werd bij momenten zot thuis het voorbije half jaar. Ik werk veel voor de evenementensector en had dus quasi niks te doen. Wij zijn geen thuis-daters, dus ik heb er dikwijls knorrig heb bijgelopen. En hier vandaag vallen de zorgen echt compleet van mij af. Ik voel dat ik weer even terug vrij kan zijn, eindelijk terug samen met mijn horizontale vrienden met wie er - maar dat hoéft niet - op elk moment iets spannends kan gebeuren. En de regels bij ons zijn zeer simpel: we doen wat we willen om de lust te bevredigen, maar ‘s avonds slapen Daisy en ik bij elkaar.”
Wanneer het Leuvense koppel zich iets later terugtrekt voor een intiem moment met twee, staan er vanachter het glas van hun darkroom een aantal mannen mèt mondkapje, te drummen voor een glimp van de show.
De zon is inmiddels weggedoken, het gaat stilaan richting half twaalf, lees: sluitingstijd. De gasten blazen met mondjesmaat de aftocht op een uur waarop ze normaal al swingend op de dansvloer zouden staan en het clubleven hier pas goed zou losbarsten. Uitbater Luc Janssen staat nog altijd achter zijn kassa aan de receptie, waar hij quasi de hele avond heeft gestaan.
“Normaal zou hier een mooie deerne de honneurs waarnemen”, zegt hij daarover. “Maar we hebben aan de deur veel klanten moeten weigeren - toch een 80-tal - dat het me beter leek dat ik dat zelf zou doen. Van een ouwe man als ik nemen ze een ‘njet’ toch net iets beter aan. Verspreid over de hele dag heb ik in totaal ongeveer 200 gasten toegelaten. Want ik heb het lot nu ook weer niet willen tarten. Maar het is de eerste keer in 40 jaar dat ik klanten heb moeten weigeren die anders binnen hadden gemogen. Niet leuk, nee. Maar het was te denken dat het zo’n toestroom zou zijn. De mensen hebben lang genoeg op hun honger gezeten. Ik vond de klanten vanavond trouwens happy’er dan anders. En de zin die ik het meest heb gehoord bij het buitengaan? ‘Tot morgen!’ Ja, die staan hier morgen alweer terug. Dat zegt genoeg, hé.”